sachaSander.

Op de site van de University of Waterloo, Canada vond ik een foto van prof. Alexander Zweers.
Ik heb hemzelf de laatste 45 jaar niet in natura gezien. Dat neemt niet weg dat ik glasheldere herinneringen heb aan de tijd dat we huisgenoten waren. Op de foto lijkt hij sprekend op zijn grootvader Bernard Zweers van de dito keurige Amsterdamse kade. Aan zijn keel en schouders is wat gefotoshopt. Die zien er nu ook
prachtig uit. De zoon van Bernard was de vader van Sander en werd door deze (stiekum) „|„‘„s„…„Š„{„p (kikker) genoemd. Sander was bevriend met enige van mijn oudere broers. Dus had ik hem wel eens bij ons thuis gezien.
In de jaren dat ik geiNnteresseerd was in alles van met Russische schrijvers te maken had nam ik Russische les bij hem. Dat kostte een rijksdaalder per uur. We behandelden het boek van Charles Timmer, dat ik nog steeds goed vind. Sander woonde in de Oelitsa Slivotsjnika (Roompotstraat) bij de Russische familie Sokolov. Hij kon daar prachtig over vertellen. Vermaard is de historie waarbij de heer Sokolov tegen zijn Russische gasten zei dat de Nederlanders voorwenden dat er verschil was tussen de aa van maan en de a van man.zweers
Hij zei tegen zijn vrienden: ggollanders zeggen: Ies versgiel tussen a en a . Zij zeggen gget mannetje in de manh gGoren jullie die versgiel ?? nei ?? jullie goren niet !!!... Ies gein versgiel !!h

Mijn hospita in de tweede Constantijn Huygensstraat vroeg mij, of ik niet een nette student wist die de voorkamer op de derde verdieping wilde huren. Het moest wel iemand zijn met wie ik kon omgaan want dan deelden we bad en WC. Ik wist dat Sander genoeg had van de familie Sokolov en vroeg hem op hij er voor voelde in de 2e Constantijn te komen wonen. Hij vond dat een goed idee en zo woonden wij dus samen op een verdieping. En omdat ik een gaspitje had, kon ik koffie of thee maken voor het ontbijt, dat we dan samen gebruikten. Ik klopte dan bij hem op de deur en sprak: „‡„€„‰„u„Š„Ž „|„y „„„ „x„p„r„„„‚„p„{„p„„„Ž ? ? Wil je ontbijten ? „` „„€„|„€„w„y„| „{„€„†„u - ik heb koffie gezet ! Sander zei dan: „` „V„€„‰„… „‰„p„ -ik wil thee.
Een volgende keer maakte ik dus thee en dan zei hij: „` „‡„€„‰„… „{„€„†„u.

Maar over het algemeen hadden we pret.

sander mooiSander bracht voor mij een potje Lemon Curd mee na een kort verblijf in Engeland. Ik vond dat geen succes, maar zetten het altijd open op de ontbijttafel klaar. Slordig als ik was, ruimde ik niet altijd alles op, en bleef tot het laatste moment thuis, alvorens naar het Wilhelmina Gasthuis te rennen, waar ik colleges liep.
Ik had twee huisdieren: een gevlekte bruine poes die we Anfischa noemden en Birdie, een los rond vliegende kanarie. Birdie zong de sterren van de hemel als de zon in de kamer scheen. Eigenlljk alleen es ochtends. Anfischa en Birdie werden nooit vrienden, maar er was kennelijk een niet-aanvals-verdrag gesloten.
Samen betaalden we een werkster, een schitterend Amsterdams mevrouwtje, al wat op leeftijd. Haas heette ze en al meteen had ze gezegd dat ze niet over de grond wilde kruipen vanwege pijn in de rechter knie. Eenmaal op de grond kon ze ook haast niet meer overeind komen. Onder ons noemden haar 'het wezen' , maar zeiden natuurlijk altijd : "mevrouw Haas". tegen haar.

Een oude ontsteking maakte dat ze haar armen niet boven schouderhoogte kon krijgen. Op een stoel klimmen wilde ze voor geen geld. Alleen een bepaalde zone tussen de 50 cm en de 1.40 meter kon ze reinigen. In die zone lagen de bedden, het kookstel en de wastafel, de vensterbanken en een deel van de ramen. Ze deed graag de afwas, want ik had warm water.
Zij was dol op Anfischa, maar minder gesteld op Birdie, die we maar niet konden leren uitsluitend boven de wasbak uit te werpen. Daar hing zijn kooitje, en zijn minuscule poepjes kwamen ook meestal daar terecht. Ze waren dan gemakkelijk weg te spoelen. Toen Birdie op zekere dag verdwenen was, hebben we dan ook het ' Wezen' er van verdacht het vrije vogeltje te hebben laten wegvliegen door de balkondeur open te laten staan. Nog lang heb ik op het balcon staan roepenc.hBirdy !!, Birdie !!.

Een half jaar later was de dispuutsavond bij mij. Ik moest voor hapjes zorgen en had een buffetje gemaakt met verscheiden soorten broodjes en een ruime keuze uit beleg.
Het was meen ik Simon Schermer die opmerkte dat er veertjes in de jam zaten. ik pakte de pot uit zijn handen en waarachtig !
Uit de Lemon Curd staken veertjes. Bij nader leegscheppen bleek het Birdie te zijn. Geconfijt. Het schrandere diertje was natuurlijk op de rand van de pot gaan zitten om van de curd te snoepen en was toen voorover geduikeld en opgeslokt door en verzonken in de taaie zoetigheid.

Het bier was al snel op en de dispuutgenoten wilden wel wat sterkers. Gelukkig had Sander zijn whisky in mijn ijskast gezet. Daarvan werd menig glaasje gedronken.
Ik vulde de fles met water aan tot het streepje dat Sander er altijd met potlood op zette.
Dit kwam de smaak niet ten goede. Ik moest Sander mijn misdrijf bekennen.

In de Roompotstraat had Sander gebruik gemaakt van de telefoon van de Sokolovs. Nu zou hij voor het eerst een eigen telefoon laten aanleggen. Dat had nogal wat voeten in de aarde, want Wil, onze hospes, lag dwars. Al die draden door zijn huisc.
Ik had al lang telefoon en dat was ook niet zonder gemor gegaan.
Maar op een goede dag was het toch zover. Bij het ontbijt vertelde Sander dat die dag zijn telefoon zou worden aangelegd. Tegen de avond kwam ik thuis en vroeg Sander of er al voor hem was opgebeld. Hij was ernstig teleurgesteld. hNee, Albe`r , niemand ! En ik heb toch aan zoveel mensen mijn nummer doorgegevenh . Ik had het ook gekregen. Hij was er als een kind zo trots op .
Even later hoorde ik Sander vanuit zijn kamer langs de mijne lopen, naar de WC.

 

Toen hij daar tien seconden was belde ik zijn kamer op. De telefoon ging over. Gerommel op de WC en Sander liep snel, pam POM, pam POM, en mopperend door de gang terug naar zijn kamer. Toen hij daar net binnen was legde ik de telefoon neer. Vloekend en zuchtend ging hij opnieuw naar de WC. Na een halve minuut liet ik de telefoon in zijn kamer weer overgaan.
Luid gestommel op de WC, gevloek en gezucht en pam pom pam pom daar kwam hij weer langs. Opnieuw was hij te laat bij de telefoon. Nu bleef hij even op de gang heen en weer lopen, maar lang stonden zijn darmen dat niet toe. Nog eenmaal herhaalde zich dit spektakel. Toen kwam hij op mijn kamerdeur kloppen. Toen hij mijn rode hoofd zag begreep hij hoe het zat. :

 

sanderboos

hHeb jij soms gescheld Alber ? g T„ „t„…„‚„p„{ !!!