Hoofdstuk 2. Abortus Provocatus in het eerste trimester van de zwangerschap

 

2.1. Het vooronderzoek ,2.1.1. Inleiding, en wederzijdse orientatie 2.6. Het vaginaal toilet ....een ritueel ?
2.2. De anamnese en het lichamelijk vooronderzoek 2.7. Het instrumentarium
2.3. Echografische onderzoek 2.8. Pijnbestrijding  
2.4. Laboratorium onderzoek 2.9. De ingreep zelf
2.5. Pemedicatie 2.10. Het onderzoek van het curettement

2.1. Het Vooronderzoek, Inleiding

In de meeste klinieken geschiedt het onderzoek voorafgaand aan de gesprekken en het afnemen van een anamnese. Dit is inderdaad zinvol, want direct na het onderzoek weten de vrouw en de arts met wie en wat ze te maken hebben. Zo is het belangrijk de zwangerschapsduur vast te stellen. Er is dan bekend of de vrouw in de kliniek geholpen kan worden. Wanneer eerst de anamnese uitgebreid wordt opgenomen en daarna de behandeling niet doorgaat omdat de vrouw niet zwanger is, te ver zwanger is, etc., dan is veel tijd verloren gegaan. Duidelijkheid in het contact met de veelal gespannen cliënte is op zijn plaats. Sommige vrouwen begrijpen niet hoe de gang van zaken is, en zijn alweer vergeten wat de receptioniste hierover heeft gezegd, of ze hebben nagelaten het hen uitgereikte instructie formulier over de gang van zaken te lezen. De arts dient er op te wijzen dat hij terugkomt voor het onderzoek, en dat de behandeling pas later zal plaatsvinden, in een ander vertrek.

2.1.1. Wederzijdse orientatie , houding van de arts en angstreduktie

Dit eerste kontakt tussen behandelend arts en cliente is in het kader van geruststelling en angstreductie een van de drie cruciale momenten die de vrouw in het kontakt met medewerkers van een abortuskliniek meemaakt. De andere twee zijn: het eerste (telefonische) kontakt met de receptionist(e), en de eerste opvang in de kliniek. Niet alleen is dit moment van belang voor de vrouw, ook voor de arts kan de eerste indruk van gewicht zijn. De psychologie leert ons zuinig te zijn op onze eerste indrukken.

Of de arts zich in een wit pak of witte jas wil steken, of in spijkerbroek optreedt, is een kwestie van persoonlijke smaak. Over het algemeen vindt de vrouw het prettig als de dokter als zodanig visueel herkenbaar is. Het mag onwaarschijnlijk lijken, maar lang niet alle artsen stellen zich aan de vrouw voor. Dit is niet alleen een kwestie van hoffelijkheid, maar een dwingende noodzaak. De vrouw heeft het recht te weten met wie ze te doen heeft. Alhoewel heel jonge meisjes getutoyeerd kunnen worden, dient men bij iedere vrouw steeds de wenselijkheid daarvan af te wegen. Vooral jongere mannelijke artsen hebben de neiging zich amicaal op te stellen. Zij dienen te beseffen dat enige afstandelijkheid op zijn plaats is. Door de aard van het gynaecologische onderzoek is men al "heel dichtbij" de vrouw. Haar met "U" aanspreken, en vooral niet te populair optreden geeft haar een gevoel van veiligheid, dat ze juist in een nieuwe en onzekere situatie nodig heeft.

Er is geen standaardrecept te geven voor hoe men angst bij de vrouw kan wegnemen, maar toch zijn daar wel zinvolle algemeenheden over te zeggen. Angstreductie gaat deels door het tonen van respekt voor de beslissing van de vrouw en begrip voor haar emoties. Een en ander verloopt voornamelijk via non-verbale communicatie. Is de arts gehaast of onverschillig, dan wordt dat door de vrouw altijd als negatief ervaren en zal haar spanning vergroten. In de artsenopleiding wordt tegenwoordig gelukkig aandacht besteed aan gesprekstechniek. Het aanleren van vaardigheid in nonverbale communicatie-techniek vindt daarbij maar met mondjesmaat plaats. Toch is goed aan te leren hoe men via oogkontakt en een lage rustige stem kalmte kan "uitstralen" en ook, hoe men gebruikmakend van de natuurlijke aanrakingsmomenten (hand geven bij kennismaking !) direkt de eigen rust op de ander kan overbrengen. Van groot belang voor angstreduktie is het eerlijke uitleggen hoe de procedure in de kliniek is en wat de vrouw te verwachten heeft . Dit eerste contact met de arts is ook het moment dat de vrouw kan aangrijpen om voor haar belangrijke vragen te stellen zoals bijvoorbeeld: "Moet ik lang wachten?", "Doet de behandeling erg veel pijn?" en "Krijg ik narcose?". Vaak krijgt de arts feed back over de kwaliteit van zijn optreden als de vrouw bijvoorbeeld zegt dat ze blij is dat ze nu weet dat wie de behandeling doet. Men een gehaaste, of onpersoonlijke houding kan men voor cliente veel bederven.

[vorige pag.] [volgende pag.] [inhoud]

laatste revisie voorjaar 2014