Plaatselijke ongewenste effecten van lokale anesthetica doen zich zelden voor. Toediening leidt nooit tot irreversibele neurologische schade. Systemische effecten treden op als relatief grote hoeveelheden in de circulatie terechtkomen. Primair resulteert dat in toxische effecten op het CZS. De symptomen zijn: duizeligheid gevolgd door prikkelende lippen, en auditieve en visuele stoornissen. Objectief ziet men onrust, spiertrekkingen en tremoren. Deze spiertrekkingen doen soms denken aan een epileptisch insult, maar incontinentie en tongbeet worden er nooit bij gezien. Zeer zelden treedt spierrigiditeit op die onmiddellijk ingrijpen vereist.

 

Bij een 16 jarige patiente van Schlebaum traden aansluitend aan de injectie van 10 ml xylocaine 2 % heftige spiertrekkingen op waarna zij bewegingloos bleef liggen, de armen en benen maximaal gebogen. Door deze spierrigiditeit stokte de ademhaling en werd patiente blauw. Een i.v. injectie met 10 mg diazepam in de V. Jugularis had snelle relaxatie tot gevolg, waarna zich de toestand normaliseerde.

Zeer zeldzaam zijn gegeneraliseerde convulsies die kunnen resulteren in ademstilstand coma en exitus. (Burgerziekenhuis Amsterdam 1978).

Allergische reacties vormen minder dan 1 %o van de ongewenste effecten van lokale anesthetica. Dat betekent dat het merendeel van deze reacties manifestaties zijn van verhoogde plasmaconcentraties en niet van een overgevoeligheid voor het middel. Echte allergische reacties (urticaria, hypotensie e.d.) worden waarschijnlijk veroorzaakt door de in de oplossing aanwezige buffer- en/of conserveringsmiddelen. De voornaamste factor bij de preventie van toxiciteit is het voorkomen van intravasale injectie van het middel. Dit wordt bereikt door vlak voor het feitelijk injecteren, te controleren of er bloed in de spuit verschijnt, als de zuiger even wordt teruggetrokken. Als dat zo is, dient een andere plaats gekozen te worden.

[vorige pag.] [volgende pag.] [inhoud]

laatste revisie voorjaar 2014