Algehele anesthesie niet meer weg te denken uit de hedendaagse abortuspraktijk. Sedert 1992 wordt de meerderheid van de tweede trimester ingrepen onder volledige anesthesie uitgevoerd. Ook bij eerste trimester ingrepen neemt het percentage vrouwen dat "narcose" wenst toe.

De standaard narcose, zoals die in het algemeen in de ziekenhuizen wordt toegepast, bestaat uit het toedienen van middelen die een combinatie van analgesie, amnesie en spierverslapping bewerkstelligen. Spierverslapping maakt beademing na intubatie noodzakelijk en daarom ook aanwezigheid van een anesthesist.

Wordt volstaan met het bewerkstelligen van analgesie door I.V. toediening van opiaatachtige stoffen (bv Fortral©., Fentanyl©., Rapifen© of Ultiva©), gecombineerd met sedatie, angstreductie en het bewerkstelligen van amnesie door een tranquillizer uit de benzodiazepinegroep (bv Valium© of Dormicum©), dan kunnen deze, zoals de jarenlange praktijk heeft uitgewezen, zonder bezwaar door de behandelende arts zelf worden toegediend. Wat de dosering betreft dient men steeds zorgvuldig te letten op het gewicht en de individuele behoefte van de vrouw. De spreiding in de effectieve dosering is groot. Sommige vrouwen hebben al voldoende aan 2,5 mg Dormicum©. I.V., anderen merken vrijwel niets van 5 mg.

Blijven de vrouwen onrustig na toediening van deze middelen,dan wordt over het algemeen intraveneus etomidate (Hypnomidate ©) of propofol (Diprivan ©) bijgespoten tot voldoende bewustzijnsdaling optreedt. Een moeilijkheid in ons land is dat de anesthesisten claimen dat zij de enigen zijn die deze middelen veilig kunnen toedienen en dit ondanks de jarenlange praktijk die het tegendeel heeft bewezen.

In de abortusklinieken worden deze middelen nl. sedert 1973 dagelijks toegepast (tienduizenden malen dus reeds !) zonder dat dit ooit heeft geleid tot ernstige problemen. Dit is zonder twijfel mede het gevolg van de selecte groep mensen die hulp zoeken in de abortusklinieken. Het zijn over het algemeen jonge gezonde vrouwen. Men kan dan ook niet zonder meer stellen - en daarin kunnen we de anesthesisten tegemoet komen - dat deze wijze van anesthesie door alle artsen voor alle ingrepen in alle leeftijdsklassen veilig is. Het lijkt zonder meer duidelijk dat wij geen spierverslappende middelen moeten geven, - (nog ervan afgezien dat dit in ons vak geen enkel zinnig doel dient) -en dat Narcan© en Anexate© als antidota tegen respectievelijk de opiaatachtigen en de benzodiazepines bij de hand moeten zijn. Ook moet zuurstof kunnen worden toegediend en moet de zuurstofsaturatie van cliente durante operationem kunnen worden gecontroleerd.

De Per 1 -1-1995 in werking getreden Wet voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg (Wet BIG) stelt geen strikte regels wat betreft het toedienen van anesthetica door niet-anesthesisten. Later werden hierover werkafspraken gemaakt in Concensus besprekingen.

Deze wet vereist behalve bevoegdheid tot het verrichten van de zogenaamde voorbehouden handelingen waartoe het "onder narcose brengen" behoort - en die alle artsen als zodanig hebben -, ook bekwaamheid Het voldoen aan het bekwaamheidscriterium moet voor de beroepsgroep blijken uit o.a. de opleidingseisen, gedragsregels en de behandelprotocollen. Deze gedragsregels dienen door de beroepsuitoefening te worden ontwikkeld en vastgesteld.

Dit ontwikkelen van gedragsregels is van belang voor de tuchtrechtspraak. De door de betrokkenen zelf opgestelde gedragsregels zullen voor de tuchtrechter een belangrijk hulpmiddel zijn bij het beoordelen van klachten tegen beroepsbeoefenaren. Mede aan de hand van deze gedragsregels kan de tuchtrechter immers beoordelen of een beroepsbeoefenaar in een bepaalde situatie tekort is geschoten.

De Wet gaat er voorts van uit dat de beroepsbeoefenaren zelf en met name ook hun vakorganisaties, actie ondernemen om de kwaliteit van de beroepsuitoefening in hun eigen sfeer te bevorderen.

[Algemeen]

[Enkele veel toegepaste combinaties]

[Doseringsschemata]

[vorige pag.] [volgende pag.] [inhoud]

laatste revisie voorjaar 2014