In augustus 1973 werden in Nederland voor het eerst tweede trimester ingrepen gedaan.

Weliswaar functioneerden al sinds 1970 abortus- poliklinieken, maar daar werden uitsluitend zuigcurettages uitgevoerd tot en met 12 weken amenorrhoe. Vrouwen met verder gevorderde ongewenste zwangerschappen werden doorverwezen naar Engeland, waar o.a. in Londense klinieken, die werkten overeenkomstig de grenzen aangegeven in de "Abortionact van 1968", behandeling tot 28 weken kon plaatsvinden. (Onder drang van oppositie en inspectie werd in 1984 overeengekomen dat de klinieken niet verder zouden gaan dan 24 weken gestatie, waarbij de wet overigens ongewijzigd bleef).

 

In december 1972 bleek uit een Stimezo-enquete dat de gezamenlijke Nederlandse poliklinieken meer dan 15 vrouwen per maand naar Engeland verwezen. Dit deed Wiese en van den Bergh besluiten na te gaan of een kliniek voor "verre gevallen" in ons land realiseerbaar was. Hun activiteiten, aangevuld met die van het energieke echtpaar Kause, managers van de Beakliniek in Beverwijk, leidden tot stichting van de Bloemenhovekliniek te Heemstede. Daar werden in augustus 1973 de eerste ingrepen "volgens Finks" verricht. De Australische arts Arnold A. Finks, in Londen werkzaam, toonde zich bereid Nederlandse artsen op te leiden. Zijn methode leek voortreffelijk en veilig te zijn. Al snel bleek, dat behalve de vaardigheid van de operateur en de zwangerschapsduur, vooral de keus van de methode van zwangerschapsafbreking bepalend was voor zowel de effectiviteit daarvan als het complicatiecijfer.

[vorige pag.] [volgende pag.] [inhoud ]

herzien april 2014

© 1997/2014