Tot de set standaardinstrumenten voor een eerste trimester zuigcurettage behoort een vaginaal speculum, een aanhaaktang (Pozzi-tang, kogeltang of tenaculum), een aantal genummerde, in diameter oplopende dilatatoren, één of meer zuigcanules en een tampontang. Vanzelfsprekend zijn deze op de juiste wijze gesteriliseerd. Eventueel worden hieraan een al dan niet gecalibreerde sonde (hysterometer), metalen bakjes voor desinfectantia en gaasbolletjes toegevoegd. Soms wordt dit aangevuld met nog een kleine scherpe of stompe curette. De meeste abortusartsen weten nu echter dat het gebruik van een scherpe of stompe curette nà een zuigcurettage onjuist is. Hetzelfde kan gezegd worden van het gebruik van de sonde.

Het speculum

In de abortuspoliklinieken worden uiteenlopende typen specula gebruikt, afhankelijk van het gebruiksgemak voor de arts. Persoonlijke voorkeur en gewenning bepaalt de keuze uit het rijke scala. Keuzecriteria zijn het gemak van het inbrengen en fixeren, het verkregen overzicht over het operatieterrein en de mogelijkheid het instrument grondig te reinigen. De Auvard en de Boseman zijn achterwandspecula, al dan niet met een gewicht verzwaard. De voordelen ervan zijn evident: omdat opzij noch ventraal ruimtelijke beperkingen bestaan is het operatieterrein heel overzichtelijk en er is maximale ruimte voor manipulatie. Een nadeel is dat deze specula bij multiparae de neiging hebben uit de vagina te vallen als ze niet worden gefixeerd. Bij nulliparae zijn ze vaak niet eenvoudig en pijnloos in te brengen. Dit laatste geldt vooral voor de Auvards, die een hoekig blad hebben.

Het Seyffert speculum, de bekende eendebek, werd aanvankelijk in vrijwel alle klinieken gebruikt en successievelijk overal afgeschaft. Het enige voordeel ervan is dat het relatief gemakkelijk is in te brengen en te openen. De ruimte voor manipulatie met instrumenten echter wordt met dit speculum ernstig beperkt. De Seyffert valt bovendien gemakkelijk uit de schede en is zodanig geconstrueerd dat het moeilijk goed is schoon te maken. Valt het speculum uit de schede terwijl de aanhaaktang nog vastzit aan de portio, dan is het vrijwel ondoenlijk de tang nog los te krijgen of het speculum opnieuw in te brengen. Wie dit één of meer keren is overkomen houdt het Seyffert speculum voor gezien.

Men doet er voorts goed aan, buiten de gebruikelijke "setjes" een heel smal speculum ("maagdenspeculum") toe te voegen, en daarnaast steriele specula van verschillende lengten voorhanden te hebben. Soms is een heel kort speculum praktisch. Men dient daarbij dan te bedenken dat hoe langer het gebruikte speculum is, des te meer de manipulatieruimte wordt beperkt. Soms is de portio cervicis uteri zonder kracht tot in de introitus te trekken. Een speculum is dan alleen maar tot last.

 

collin speculumtrelat speculumAuvard speculumseyffert speculum

Van links naar rechts: specum volgens Collin, Trelat, Auvard en Syffert

Het speculum volgens Collin verdient, volgens velen, de voorkeur. Het bestaat uit twee bladen die d.m.v. één scharnier in een hoek kunnen worden gedraaid met een grote stelschroef. Zij bestaan in negen modellen, (3 lengten en 3 breedten). Dit speculum garandeert ruim voldoende manipuleerruimte, valt nimmer uit de schede en is zo eenvoudig van constructie dat het gemakkelijk te reinigen is. Iets ingewikkelder van constructie is het speculum volgens Trélat, dat gelijkenis vertoont met dat van Collin, maar dat anders sluit, namelijk zodanig, dat niet alleen bij de cervix de vagina wordt opengehouden maar ook de introïtus wordt verwijd.

Aardig is indit verband het NTvG artikel: http://www.ntvg.nl/node/267983

Schroeder tenaculum

Het tenaculum ("Pozzi-tang", "aanhaaktang" of "kogeltang")

Hiervoor wordt vrijwel in alle klinieken de rechte aanhaaktang volgens Schröder gebruikt met één tand per been. Het ongelukkige manoeuvreren met twee aanhaaktangen wordt vrijwel nergens meer gedaan. Toch verdient het aanbeveling een tweede aanhaaktang apart steriel te hebben (zie ook bij de behandeling)

Dilatatoren ("oprekkers")Hawkin Ambler dilators

De aanvankelijk overal gebruikte stompe Hegar-dilatatoren, die als nadeel hebben dat zij bij gebruik met een -pijnlijk- schokje het ostium internum passeren, zijn vrijwel
overal vervangen door de veel minder traumatiserende, iets gebogen, conische dilatatoren volgens Hawkins-Ambler, zijn door Arnold Finks vanuit Engeland geintroduceerd. Abusievelijk wordt dit type dilatatoren soms "Daniëls" genoemd naar de oorspronkelijke Londense leverancier. In de landelijke gynaecologen- praktijken worden nog steeds Hegars gebruikt. Volgens Bekkering en Bosma zou het voordeel van het gebruik van de Hegars zijn, dat men door het beschreven schokje voelt wanneer het ostium internum is gepasseerd.


Hysterometer
("sonde") In de begintijd werd de sonde gebruikt om de diepte van de uterusholte te meten. Zodoende meende men inzicht in de
zwangerschapsduur te verkrijgen.  Al hoewel sommige artsen pretenderen dat men er zo fraai de richting van het cervixkanaal mee kan bepalen overstijgt het aantal perforaties dat met de sonde wordt gemaakt dat belang. Anno 2010 is het gebruik van de sonde derhalve obsoleet. Door goed bimanueel onderzoek kan men de ligging van uterus en cervix voldoende vaststellen.

 

Vacuümcurette ("zuigbuis" )zuigbuisjes

In 1970 werden vrijwel uitsluitend de, door de Zweedse firma Stille gemaakte, dunwandige stalen variant van de Bierercanule gebruikt. Dit is een, in verschillende dikten (6, 8, 10 en 12 mm), rechte, of aan de top licht gebogen, ongeveer 30 cm lange buis, met vlak bij de top een ovale opening aan de zijkant. Na invoering van de elektrische Berkeley zuigpompen in 1973 kwam er een grote verscheidenheid van plastic zuigbuizen op de markt. Deze zijn over het algemeen korter , flexibel en min of meer doorzichtig (Karman). De kleinste maten (4 en 5) zijn van zacht P.V.C. gemaakt hetgeen de perforatiekans verkleint. Fraai zijn de doorzichtige hardplastic curettes van Juneau, lichtgebogen vanaf 6 tot en met 12 mm. Voor de geroutineerde arts is het niet van veel belang welk type hij hanteert, maar duidelijk is, dat iedereen zijn eigen voorkeur heeft. Vanuit het oogpunt van steriliteit lijkt het systeem van de Stormkliniek in Rotterdam, waar gebruik wordt gemaakt van een steriele slang aan de zuigbuis, een verbetering te zijn, met een overigens niet verwaarloosbaar kostenaspect.

[vorige pag.] [volgende pag.][inhoud]

laatste revisie voorjaar 2014
© 1993/ 2014 Dr A.S. van den Bergh