Zoals hiervoor al vermeld is het van veel belang hoe angstig de cliënte voor de ingreep is en hoe haar pijnverwachting is. Over het bestrijden van angst voor de behandeling zijn de boeken nog niet gesloten. Over het algemeen is medicamenteuze sedatie niet nodig en kan volstaan worden met een goede voorbereiding op de behandeling door uitleggen van wat de vrouw moet verwachten.

Is zij extreem angstig, dan is een gesprek hierover vaak zinvol. Er blijken dan vaak toch verkeerde voorstellingen te bestaan, die gecorrigeerd kunnen worden. Duitse cliënten krijgen nog wel eens akelige verhalen te horen met betrekking tot complicaties van de ingreep: heftig bloedverlies, infecties en onvruchtbaarheid na de behandeling zouden aan de orde van de dag zijn. Blijft ondanks goede uitleg en vriendelijke, geduldige benadering de vrouw erg gespannen of paniekerig, dan wordt in verschillende klinieken met succes gebruik gemaakt van een I.V. injectie met Midazolam (Dormicum ©) 5 mg. Dit standaard aan alle vrouwen te geven is onnodig en daarom onjuist. ( In de Amerikaanse klinieken is men anno 2010 nog steeds een voorstander van Midazolam en wordt dat vrijwel overal, zij het in lage dosering gegeven. "Versed®", 1/2 tot 1 mg )

Angstreductie wordt overigens niet alleen verbaal bereikt.

F. Willems hecht veel waarde aan de non-verbale communicatie. Net zoals de gesprekstechniek aangeleerd kan worden, kan ook het overdragen van rust worden geoefend. Lichaamstaal, stemhoogte, intonatie en blikrichting zijn daarbij van belang. Via onnadrukkelijk en natuurlijk lichaamscontact is vertrouwen te winnen en angst te verminderen. Van het goed bedoelde schouderklopje, vergezeld van de mededeling dat het allemaal best wel mee valt, moet men echter niet te veel effect verwachten.

Wanneer de arts de bestaande angst niet kleineert of wegwuift, maar, al is het ook maar kort, daarvoor begrip toont, blijkt dat voor de nodige vertrouwensrelatie en de beleving van de ingreep van belang te zijn.

Het is daarentegen onverstandig de vrouw bij herhaling te verzekeren dat ze niets zal voelen en dat zij vertrouwen in de dokter dient te hebben. Wie dat beweert wordt terecht niet geloofd.

Amerikaanse auteurs menen dat men er goed aan doet het woord "pijn" zo veel mogelijk te vermijden. Men mag spreken over kramp en over een eigenaardig gevoel, gerommel in de onderbuik e.d. In ons land deelt men deze zienswijze over het algemeen niet.

Men helpt de vrouw wel door haar te wijzen op voor haar mogelijk bekende aspecten van de te verwachten sensatie. "Wat U gaat voelen lijkt op heftige menstruatiekramp" (of: "naweeën"). Bovendien is duidelijk geworden dat men de pijn positief kan labelen door er op te wijzen dat die optreedt wanneer de baarmoeder bijna leeg is en zich gaat samentrekken, ergo de behandeling bijna klaar is.

Men vindt onder de abortuscliëntes vrouwen die zich mentaal goed op de ingreep hebben voorbereid, die er zeker van zijn dat hun keuze juist is en die met hun beslissing geen moeite hebben. Zij blijken zich meestal goed te kunnen ontspannen en zijn weinig angstig. Dit type vrouw maakt het zichzelf en haar omgeving gemakkelijk.

Het is goed om bepaalde culturele gedragspatronen te kennen. Men moet rekening houden met de islamitische vrouwen voor wie het vrijwel onmogelijk is zich voor een vreemde man te ontkleden. Chinese vrouwen zullen absoluut geen emotie willen tonen en trekken zich bij de behandeling terug in zichzelf. Dat betekent uiteraard niet dat zij niets voelen !

De drukke, onrustige en gespannen vrouw lijkt iedere aanraking als een bedreiging te ervaren. Zij verkrampt haar spieren en is nauwelijks over te halen tot stilliggen of medewerken. Behandeling van deze cliënten is moeilijker, tijdrovender en .....gevaarlijker!

Door de bestaande mogelijkheid tot goede mentale voorbereiding van de abortus-cliënte door een speciaal daartoe opgeleid team, heeft de abortuskliniek een voorsprong op de algemene ziekenhuizen, sterker: aan haar aanpassingsvermogen aan de noden van de vrouw die om abortus verzoekt, ontleent de abortuskliniek haar bestaansrecht. Deze is immers in staat voor iedere vrouw de optimale opvang te creëren en het haar gedurende de korte periode dat zij daar verblijft zo gemakkelijk mogelijk te maken. Hierop wordt later teruggekomen. (hoofdstuk 19)

Ondanks deze wetenswaardigheden, alle mogelijke zorg, empathie en voorbereiding blijft het moeilijk voorspelbaar hoe de vrouw de ingreep zal doorstaan. Mogelijkerwijs kan de arts enigszins voorspellen hoe deze verlopen zal aan de hand van zijn bevindingen bij het medisch vooronderzoek.(zie 6.1.). Voorts gelden enkele algemeenheden zoals het ervaren van meer pijn door nulliparae tussen de 25 en 35 jaar. (Bosma) Men kan daarop dan zijn beleid bij de behandeling afstemmen. Dit is één van de voornaamste redenen waarom ervoor gepleit wordt het vooronderzoek door de behandelend arts zelf te laten doen en dit niet over te laten aan een collega of verpleegkundige.

[vorige pag.] [volgende pag.] [inhoud]

laatste revisie voorjaar 2010