Bij infiltratieanesthesie zoals die bij de abortusingreep para- en intracervicaal wordt toegepast, wordt een verdunde oplossing van het middel diffuus in het weefsel geïnjecteerd. Deze toepassing vergt een gedegen kennis van de werking, bijwerking en mogelijke complicaties van de gebruikte techniek en het farmacon dat men kiest. Belangrijk is ook dat men de maximale dosering van het middel weet. Over het algemeen is het in dit verband belangrijk steeds het aantal milligrammen van het middel zèlf te noemen en niet het aantal cc's of milliliters van de oplossing ervan. Dit kan ernstige fouten voorkomen. Wat de door ons gebruikte lokale anesthetica betreft is het volgens de literatuur wenselijk tussen het injecteren van de oplossing en het beginnen van de ingreep een wachttijd aan te houden van (maar liefst !) 3 tot 8 minuten.

In onze poliklinische setting komt daar over het algemeen niets van terecht. Om de werking van de hieronder genoemde, meest gebruikte lokale anesthetica te verbeteren staan ons een paar strategieën ter beschikking:

1. Het is bij infiltratie-anesthesie over het algemeen beter om 40 ml van een oplossing van 0,5 % te gebruiken dan 10 ml van een oplossing (van de zelfde stof) van 2 %

2. De geinjecteerde stof verspreidt zich beter door het weefsel wanneer deze is opgewarmd tot lichaamstemperatuur. (Dus niet direct uit de koelkast gebruiken) In Oostenrijk gebruikte men een baby-flessenwarmer om de flesjes verdovingsvloeistof op 37 graden te houden

3. Verhoging van de pH van een lokaal anestheticum resulteert in een snellere inwerking en een langere werkingsduur. Dit is een gevolg van het feit dat bij hogere pH-waarden de ongeïoniseerde fractie hoger is, zodat diffusie naar de bindingsplaats wordt bevorderd. Men kan een dergelijke verdunning bereiden door bv. Lidocaine 1% oplossing te verdunnen met gelijke delen isotone natrium bicarbonaat oplossing.

4. In de literatuur wordt opgegeven dat toevoeging van hyaluronzuur verspreiding door het weefsel nog extra bevordert. Per ml injectievloeistof moet dan 10 mg natriumhyaluronaat worden toegevoegd.

Ten laatste is het goed om te weten dat bij zwangeren een verhoogde gevoeligheid bestaat voor lokale anesthetica. Mogelijk is deze gebaseerd op de veranderingen in de hormoonhuishouding. Het is derhalve extra van belang de maximaaldoses niet te overschrijden.

[vorige pag.] [volgende pag.] [inhoud ]

© 1998/2010. A.S. van den Bergh

laatste revisie voorjaar 2010